Cabernet Sauvignon
Een cabernet sauvignon is rood, stevig en vol karakter. Gemengd met andere druiven heeft hij de Bordeauxstreek op de kaart gezet. Maar ook wereldwijd heeft hij zijn plaats veroverd. Het maakt niet uit waar de cabernet groeit (en dat is letterlijk overal ter wereld), een cabernet herken je altijd. Hoe dat komt en waar hij lekker bij is? Wij vertellen je alles dat je moet weten over deze aristocraat onder de druiven.
CABERNET SAUVIGNON IN HET KORT
Cabernet sauvignon is een krachtige rode wijn met veel body, stevige tannines en diepe fruitaroma's. Perfect voor wie houdt van volle, gestructureerde wijnen met karakter.
Komt uit: Oorspronkelijk uit Bordeaux, waar hij vaak wordt geblend. Tegenwoordig wereldwijd aangeplant, van Californië en Chili tot Australië en Zuid-Afrika.
Smaakt naar: Zwarte bes, pruim en kers, met tonen van ceder, grafiet, peper en soms vanille of tabak door houtrijping. Altijd stevig en intens van smaak.
Lekker bij: Ideaal bij rood vlees zoals entrecote of lamsrack, bij stoofgerechten, wild of gerechten met een rokerige of kruidige smaak. Ook een goede match met gerijpte harde kazen.
OORSPRONG
In de 17e eeuw werd ergens in Zuid-Frankrijk per ongeluk een blauwe cabernet franc druif met de witte sauvignon blanc gekruist. En die kruising beviel de Franse wijnboeren wel: de cabernet sauvignon was geboren.
Maar ook buiten de grenzen van Frankrijk wordt de druif gewaardeerd. Vanuit de Franse Bordeaux heeft de cabernet inmiddels de hele wereld veroverd. En daarmee bedoelen wij de héle wereld: van de Californische heuvels tot de Gobi woestijn (in Chinese wijn, ja). Het is dus op z’n minst gezegd geen lastige druif, al gedijt hij wel het best in relatief warme zones.
KLIMAAT & TERROIR
Cabernet sauvignon doet het goed in warme tot gematigde klimaten, waar de druif genoeg zon krijgt om volledig te rijpen. In koeler weer kan de wijn strakkere zuren en groener fruit geven, terwijl warmere streken zorgen voor rijpere smaken en zachtere tannines.
De druif houdt van goed doorlatende bodems zoals grind, zand en kalksteen, die bijdragen aan structuur en concentratie. In Bordeaux speelt de bodem bijvoorbeeld een belangrijke rol in de finesse van de wijn, terwijl cabernet sauvignon uit Napa Valley vaak voller en krachtiger is dankzij het warme, zonnige klimaat en rijke bodems.
DE DRUIF
De cabernet sauvignon is een kleine druif met dikke schil die in langwerpige, compacte trossen groeit. De druif moet het van de schil hebben, want die bepaalt het karakter van de wijn: de kleurstof, aroma’s en het tanninegehalte. En karakter, dat heeft een cabernet sauvignon. De schil beschermt de druif tegen de elementen en gecombineerd met een lang groeiseizoen behoudt de druif behoorlijke zuren. Met andere woorden: een druif die al uit zichzelf stevig smaakt.
Om deze krachtige smaken in toom te houden rijpt een cabernet op eikenhouten vaten. De tannines en zuren worden hierdoor verzacht. Resultaat: een ronde evenwichtige wijn met body.
BLENDS
Een pure cabernet sauvignon uit de oude wereld vind je niet zo vaak, omdat hij het zo goed doet samen met andere druiven. Want, blend je zijn stugheid en krachtige smaak met andere druivenrassen, dan ontstaan er prachtige combinaties waar de Bordeaux zo beroemd door is geworden.
Cabernet sauvignon wordt vaak vergezeld door de merlot. Deze twee druiven vullen elkaar feilloos aan. Cabernet geeft de wijn kleur, zuur, tannine en aromatisch fruit en merlot zorgt voor zachtheid en een ronde body. In een médoc (ook uit de Bordeaux) wordt dit duo vaak aangevuld met cabernet franc, malbec en/of petit verdot. In warme oorden als Australië, Californië en Zuid-Afrika, waar de tannines rijper en de zuren zachter worden, levert cabernet sauvignon op zichzelf ook uitstekende wijnen.
CABERNET SAUVIGNON: KARAKTERISTIEKE SMAAK VAN ZWARTE BESSEN
In een cabernet sauvignon ruik en proef je altijd zwarte bessen. Waar de cabernet ook vandaan komt. Soms subtiel, zoals in cabernets uit Frankrijk en andere Europese landen, soms overduidelijk als cassis limonade of bessenjenever in de wijnen uit Chili, Californië en Australië.
Naast zwarte bessen komen er kruidige aroma’s voor in de cabernet, die variëren van laurier en cederhout tot munt en eucalyptus. In cabernets die op kleine vaten van nieuw eikenhout zijn gerijpt, proef je koffie, toast, chocolade en/of specerijen.
CABERNET SAUVIGNON & SPIJS
Cabernet sauvignon heeft eigenlijk altijd kracht, body en bite en is daardoor bij uitstek een eetwijn. Het is aan te raden hem altijd te drinken met iets te eten, want zonder kan hij nogal overweldigend zijn.
De gerechten mogen, net als de wijn, stevig zijn. Bijna alles van de grillplaat past erbij, vooral rood vlees. Bij jonge en lichtere cabernets die fris en ferm smaken doet rood vlees met groenten het ook goed. Inspiratie nodig? Denk bijvoorbeeld aan gegrilde biefstuk met courgette en spekjes, eendenborst of een sappige hamburger. Oudere, zachtere en vollere cabernets zijn aanraders bij entrecôte, rollade, stoof- en wildgerechten
MEER LEREN OVER WIJN?
Er zijn tal van druiven en wijnen met ieder hun eigen smaak uit verschillende wijnlanden. Of lees meer over Franse wijnregio's, zoals de Elzas, de Bourgogne of de Provence.
Meer lezen